Trotse sponsor van het Dicky van der Werffonds
Sponsor van de maand november is Uitvaartverzorging De Boer (Uitvaartcentrum & Crematorium Sneek ).
Een begrafenis is een plechtigheid waarbij iemand die overleden is begraven wordt. Andere woorden voor begrafenis zijn teraardebestelling, uitvaart of graflegging. Per land of geloof zijn er verschillende tradities en rituelen rond een begrafenis.
Een begraafplaats is een besloten gebied waar lichamen van overleden personen worden begraven. Ook worden op begraafplaatsen urnen met as van gecremeerde lichamen begraven.
Een begraafplaats wordt ook wel een kerkhof genoemd, omdat een begraafplaats oorspronkelijk meestal werd aangelegd in de hof (= tuin of erf) van de kerk. Aan een begraafplaats bevindt er zich meestal een zogenoemd kerkhofhuis met begroetings- of afscheidsruimte. Daar wordt vlak voor de eigenlijke begrafenis de laatste eer bewezen aan de overledene.
Tegenwoordig zijn kerkhoven vaak niet meer in de nabijheid van kerken te vinden. Toch worden begraafplaatsen nog veelvuldig met kerkhof aangeduid. Overigens is een kerkgenootschap volgens artikel 38 van de Nederlandse Wet op de lijkbezorging nog altijd gerechtigd tot het hebben van één of meer kerkelijke begraafplaatsen.
Een van de oudste nog steeds in gebruik zijnde begraafplaatsen in Nederland is Begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Deze begraafplaats wordt al in de 14e eeuw als parochiekerkhof in documenten genoemd. Veel nog steeds bestaande begraafplaatsen in grote en middelgrote gemeenten zijn in de jaren 1830-1840 aangelegd. Eind jaren ’20 van de 19e eeuw werd het namelijk wet dat begraafplaatsen buiten de bebouwde kom moesten worden aangelegd. Een van de bekendste door particulieren gestichte begraafplaatsen is Westerveld te Driehuis.
Een algemeen graf is een graf waar een overledene zonder nabestaanden en eigen vermogen in wordt begraven. Het begraven gebeurt dan in opdracht van de gemeente. Deze vorm van begraven is wettelijk geregeld in de Wet op de lijkbezorging.
In een huurgraf wordt het lichaam van de overledene begraven voor 20 jaar. Deze periode kan soms worden verlengd door de nabestaanden. Als de tijdsduur verlopen is, kan het graf worden geruimd. De resten van het lichaam worden bijgezet in een verzamelgraf (ofwel knokkelgraf of knekelput). Op sommige begraafplaatsen wordt in dit graf daarna een ander begraven. Ook is het vaak mogelijk om na de periode van grafrust (10 jaar) de stoffelijke resten te laten verplaatsen naar bijvoorbeeld een eigen graf.
Het familiegraf is soms voor onbepaalde tijd, maar meestal is de huur voor 30 jaar, soms 40 jaar (de periode kan per gemeente verschillen). Na een huurperiode heeft men het recht om de huur steeds met 10 jaar te verlengen.
Sinds de Wet op de lijkbezorging van 1991 is het mogelijk om een graf op eigen land te maken. Hiervoor moet de gemeente toestemming verlenen, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Een praalgraf is een grafmonument, gemaakt door een kunstenaar voor belangrijke personen of leden van het Koninklijk Huis. Het onderscheidt zich van een gewoon grafmonument door de ligging in een crypte of kerk.
Uitvaartrituelen kunnen religieus van aard zijn of seculier. In de meeste gevestigde religies bestaan standaard uitvaartrituelen. Een andere mogelijkheid is het samenstellen van een persoonlijk uitvaartritueel. Hierbij kan een ritueelbegeleider helpen. In de katholieke kerk is het gebruikelijk dat de uitvaartmis – voorafgaande aan de begrafenis of crematie – wordt voorafgegaan door een wake, de avond tevoren.
Een kerkelijke rouwdienst wordt meestal geleid door een predikant, een pastoor of pastoraal medewerker. Men houdt een dergelijke dienst in een kerk, een bijgebouw van de kerk, of in een uitvaartcentrum. In Friesland is het de gewoonte om voorafgaande aan de dienst de condoleance te houden. Elders in Nederland en in de crematoria vindt de condoleance meestal na de plechtigheid plaats. In het condoleanceregister kunnen de belangstellenden hun naam en adres opschrijven. Zo heeft de familie meteen de adressen om achteraf de bedankkaartjes naar te versturen. De feitelijke rouwdienst begint vaak met gebeden. Tijdens de dienst zingt men kerkelijke liederen, meestal begeleid door orgelspel. De geestelijke leest een gedeelte uit de Bijbel en houdt een overdenking. Aan het eind van de dienst spreekt hij een gebed uit, waarin gevraagd wordt om Gods zegen.
Wanneer u niet kiest voor een kerkelijke uitvaart, dan is een afscheidsdienst een goede mogelijkheid. In overleg met de nabestaanden stellen wij deze dienst samen. In een afscheidsdienst kunnen sprekers uit de familiekring een toespraak houden. Ook kunt u een beroep doen op sprekers, die er hun beroep van hebben gemaakt om bij uitvaarten namens de familie te spreken. Dit kan bijvoorbeeld een spreker zijn van de Humanistische Uitvaartbegeleiding. Deze medewerkers doen dit werk op basis van vrijwilligheid en krijgen voor hun inspanning slechts een onkostenvergoeding. Uiteraard is het altijd mogelijk om als familieleden zelf ook een eigen bijdrage te leveren. Aan het begin van de dienst heten we iedereen welkom en klinkt er muziek. Er zijn sprekers, en ook bij het verlaten van de zaal, is er een muziekstuk ter overdenking. De vaste volgorde van een uitvaart heeft een soort rituele functie gekregen. Natuurlijk kunt u het afscheid vormgeven zoals u dit zelf wilt.
Wij treden op als ceremoniemeesters van het afscheid. Van te voren bespreken we met de familie hoe de afscheidsplechtigheid eruit zal gaan zien. Op het moment zelf nodigen we de sprekers uit en geven we de aulabeheerder een seintje, wanneer de muziek kan beginnen. Naast afgespeelde muziek is het ook mogelijk om musici een stuk live te laten spelen tijdens de afscheidsplechtigheid.
Veel mensen vinden het prettig tijdens deze plechtigheid het afscheid met bepaalde rituelen te gedenken. Dat kunnen kerkelijke rituelen zijn, maar vaak genoeg zijn het ook rituelen die mensen zelf bedacht hebben. Het aansteken van kaarsen is een mooie mogelijkheid voor het lichtsymboliek. Soms willen kinderen een tekening op de kist kunnen plakken, of wil de familie alle mensen iets meegeven.
Bij een begrafenis wordt de doodskist vaak door een stoet mensen, of in de voorste van een rij auto’s, naar de begraafplaats vervoerd. Deze stoet heet de begrafenisstoet of rouwstoet.
Daarna volgt de teraardebestelling. De kist kan in het graf dalen door middel van touwen of kettingen. Ook tijdens deze teraardebestelling wordt vaak nog een korte toespraak gehouden, en vervolgens krijgen mensen de gelegenheid op hun eigen manier afscheid te nemen van de overledene. Dit kan bijvoorbeeld door het werpen van wat aarde op het graf, het geven van een laatste groet of het zeggen van een gebed. Men verlaat dan het graf. Vaak is er vervolgens nog de gelegenheid om in een zaaltje op of vlakbij de begraafplaats de nabestaanden te condoleren, of ook zelf gecondoleerd te worden. Daar worden dan ook koffie, thee met cake en eventueel broodjes geserveerd. In Oost en West-Vlaanderen is dit niet het geval, want daar wordt een rouwmaaltijd voor de familie en eventueel vrienden gehouden na de plechtigheid. Die loopt vaak uit tot diep in de namiddag.
Daarna wordt het graf gesloten of bedolven door de grafdelver, vaak een medewerker van de gemeente waartoe de begraafplaats behoort. Gemiddeld 100 dagen na de begrafenis kan er voor gekozen worden een grafmonument te plaatsen.
Een begrafenis is een plechtigheid waarbij iemand die overleden is begraven wordt. Andere woorden voor begrafenis zijn teraardebestelling, uitvaart of graflegging. Per land of geloof zijn er verschillende tradities en rituelen rond een begrafenis.
Een begraafplaats is een besloten gebied waar lichamen van overleden personen worden begraven. Ook worden op begraafplaatsen urnen met as van gecremeerde lichamen begraven.
Een begraafplaats wordt ook wel een kerkhof genoemd, omdat een begraafplaats oorspronkelijk meestal werd aangelegd in de hof (= tuin of erf) van de kerk. Aan een begraafplaats bevindt er zich meestal een zogenoemd kerkhofhuis met begroetings- of afscheidsruimte. Daar wordt vlak voor de eigenlijke begrafenis de laatste eer bewezen aan de overledene.
Tegenwoordig zijn kerkhoven vaak niet meer in de nabijheid van kerken te vinden. Toch worden begraafplaatsen nog veelvuldig met kerkhof aangeduid. Overigens is een kerkgenootschap volgens artikel 38 van de Nederlandse Wet op de lijkbezorging nog altijd gerechtigd tot het hebben van één of meer kerkelijke begraafplaatsen.
Een van de oudste nog steeds in gebruik zijnde begraafplaatsen in Nederland is Begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Deze begraafplaats wordt al in de 14e eeuw als parochiekerkhof in documenten genoemd. Veel nog steeds bestaande begraafplaatsen in grote en middelgrote gemeenten zijn in de jaren 1830-1840 aangelegd. Eind jaren ’20 van de 19e eeuw werd het namelijk wet dat begraafplaatsen buiten de bebouwde kom moesten worden aangelegd. Een van de bekendste door particulieren gestichte begraafplaatsen is Westerveld te Driehuis.
Een algemeen graf is een graf waar een overledene zonder nabestaanden en eigen vermogen in wordt begraven. Het begraven gebeurt dan in opdracht van de gemeente. Deze vorm van begraven is wettelijk geregeld in de Wet op de lijkbezorging.
In een huurgraf wordt het lichaam van de overledene begraven voor 20 jaar. Deze periode kan soms worden verlengd door de nabestaanden. Als de tijdsduur verlopen is, kan het graf worden geruimd. De resten van het lichaam worden bijgezet in een verzamelgraf (ofwel knokkelgraf of knekelput). Op sommige begraafplaatsen wordt in dit graf daarna een ander begraven. Ook is het vaak mogelijk om na de periode van grafrust (10 jaar) de stoffelijke resten te laten verplaatsen naar bijvoorbeeld een eigen graf.
Het familiegraf is soms voor onbepaalde tijd, maar meestal is de huur voor 30 jaar, soms 40 jaar (de periode kan per gemeente verschillen). Na een huurperiode heeft men het recht om de huur steeds met 10 jaar te verlengen.
Sinds de Wet op de lijkbezorging van 1991 is het mogelijk om een graf op eigen land te maken. Hiervoor moet de gemeente toestemming verlenen, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Een praalgraf is een grafmonument, gemaakt door een kunstenaar voor belangrijke personen of leden van het Koninklijk Huis. Het onderscheidt zich van een gewoon grafmonument door de ligging in een crypte of kerk.
Uitvaartrituelen kunnen religieus van aard zijn of seculier. In de meeste gevestigde religies bestaan standaard uitvaartrituelen. Een andere mogelijkheid is het samenstellen van een persoonlijk uitvaartritueel. Hierbij kan een ritueelbegeleider helpen. In de katholieke kerk is het gebruikelijk dat de uitvaartmis – voorafgaande aan de begrafenis of crematie – wordt voorafgegaan door een wake, de avond tevoren.
Een kerkelijke rouwdienst wordt meestal geleid door een predikant, een pastoor of pastoraal medewerker. Men houdt een dergelijke dienst in een kerk, een bijgebouw van de kerk, of in een uitvaartcentrum. In Friesland is het de gewoonte om voorafgaande aan de dienst de condoleance te houden. Elders in Nederland en in de crematoria vindt de condoleance meestal na de plechtigheid plaats. In het condoleanceregister kunnen de belangstellenden hun naam en adres opschrijven. Zo heeft de familie meteen de adressen om achteraf de bedankkaartjes naar te versturen. De feitelijke rouwdienst begint vaak met gebeden. Tijdens de dienst zingt men kerkelijke liederen, meestal begeleid door orgelspel. De geestelijke leest een gedeelte uit de Bijbel en houdt een overdenking. Aan het eind van de dienst spreekt hij een gebed uit, waarin gevraagd wordt om Gods zegen.
Wanneer u niet kiest voor een kerkelijke uitvaart, dan is een afscheidsdienst een goede mogelijkheid. In overleg met de nabestaanden stellen wij deze dienst samen. In een afscheidsdienst kunnen sprekers uit de familiekring een toespraak houden. Ook kunt u een beroep doen op sprekers, die er hun beroep van hebben gemaakt om bij uitvaarten namens de familie te spreken. Dit kan bijvoorbeeld een spreker zijn van de Humanistische Uitvaartbegeleiding. Deze medewerkers doen dit werk op basis van vrijwilligheid en krijgen voor hun inspanning slechts een onkostenvergoeding. Uiteraard is het altijd mogelijk om als familieleden zelf ook een eigen bijdrage te leveren. Aan het begin van de dienst heten we iedereen welkom en klinkt er muziek. Er zijn sprekers, en ook bij het verlaten van de zaal, is er een muziekstuk ter overdenking. De vaste volgorde van een uitvaart heeft een soort rituele functie gekregen. Natuurlijk kunt u het afscheid vormgeven zoals u dit zelf wilt.
Wij treden op als ceremoniemeesters van het afscheid. Van te voren bespreken we met de familie hoe de afscheidsplechtigheid eruit zal gaan zien. Op het moment zelf nodigen we de sprekers uit en geven we de aulabeheerder een seintje, wanneer de muziek kan beginnen. Naast afgespeelde muziek is het ook mogelijk om musici een stuk live te laten spelen tijdens de afscheidsplechtigheid.
Veel mensen vinden het prettig tijdens deze plechtigheid het afscheid met bepaalde rituelen te gedenken. Dat kunnen kerkelijke rituelen zijn, maar vaak genoeg zijn het ook rituelen die mensen zelf bedacht hebben. Het aansteken van kaarsen is een mooie mogelijkheid voor het lichtsymboliek. Soms willen kinderen een tekening op de kist kunnen plakken, of wil de familie alle mensen iets meegeven.
Bij een begrafenis wordt de doodskist vaak door een stoet mensen, of in de voorste van een rij auto’s, naar de begraafplaats vervoerd. Deze stoet heet de begrafenisstoet of rouwstoet.
Daarna volgt de teraardebestelling. De kist kan in het graf dalen door middel van touwen of kettingen. Ook tijdens deze teraardebestelling wordt vaak nog een korte toespraak gehouden, en vervolgens krijgen mensen de gelegenheid op hun eigen manier afscheid te nemen van de overledene. Dit kan bijvoorbeeld door het werpen van wat aarde op het graf, het geven van een laatste groet of het zeggen van een gebed. Men verlaat dan het graf. Vaak is er vervolgens nog de gelegenheid om in een zaaltje op of vlakbij de begraafplaats de nabestaanden te condoleren, of ook zelf gecondoleerd te worden. Daar worden dan ook koffie, thee met cake en eventueel broodjes geserveerd. In Oost en West-Vlaanderen is dit niet het geval, want daar wordt een rouwmaaltijd voor de familie en eventueel vrienden gehouden na de plechtigheid. Die loopt vaak uit tot diep in de namiddag.
Daarna wordt het graf gesloten of bedolven door de grafdelver, vaak een medewerker van de gemeente waartoe de begraafplaats behoort. Gemiddeld 100 dagen na de begrafenis kan er voor gekozen worden een grafmonument te plaatsen.
Sponsor van de maand november is Uitvaartverzorging De Boer (Uitvaartcentrum & Crematorium Sneek ).
Op 27 oktober hebben wij, samen met Eulogica Uitvaartsoftware, verschillende collega’s mogen ontvangen.
Sponsor van de maand november is Uitvaartverzorging De Boer (Uitvaartcentrum & Crematorium Sneek ).
Op 27 oktober hebben wij, samen met Eulogica Uitvaartsoftware, verschillende collega’s mogen ontvangen.
Sponsor van de maand november is Uitvaartverzorging De Boer (Uitvaartcentrum & Crematorium Sneek ).
Bezoekadres
Harinxmalaan 1 – 8602 CN Sneek
Postadres
Postbus 153 – 8600 AD Sneek
Telefoon (0515) 428 700 Fax (0515) 413 554
E-mail info@crematoriumsneek.nl
Openingstijden kantoor
Maandag t/m vrijdag
van 09.30 tot 16.30 uur
Bezoekadres
Harinxmalaan 1 – 8602 CN Sneek
Postadres
Postbus 153 – 8600 AD Sneek
Telefoon (0515) 428 700
Fax (0515) 413 554
E-mail info@crematoriumsneek.nl
Bekijk hier de route op Google Maps
Openingstijden kantoor
Maandag t/m vrijdag
van 09.30 tot 16.30 uur